Alledaagse mystiek (1)

Schleiermacher: Zelfoverstijging als kern van religie
door Jelle Rollema

Friedrich Schleiermacher (1768-1834) baarde in 1799 als jonge theoloog opzien met zijn ‘Over de religie, Redevoeringen tot de ontwikkelden onder haar verachters’. Met deze vijf redevoeringen in boekvorm werd hij beroemd en berucht als vader van de moderne protestantse theologie. Zijn stelling was dat religieus zijn niet gaat over het voor waar houden en aanvaarden van leerstellingen over het ‘bovennatuurlijke’ of over gedragsregels (moraal) maar dat de essentie van geloven een ‘gevoel van ontvankelijk voor de kosmos’ is, ‘gevoel en smaak voor het oneindige’. Die sfeer of dimensie van het oneindige noemde Schleiermacher liever het goddelijke en niet ‘God’, omdat dat te veel het beeld opriep van een persoon aan gene zijde. 

Die herformulering van het christendom had dus een sterk mystieke inslag, nauw verwant met de mystieke traditie van het christendom. De nadruk op de individuele religieuze ervaring werkte hij later uit op het gebied van de zielzorg, liturgie (het belang van muziek als bron van religieuze ervaring), opvoeding en onderwijs, de waardering voor de positie van de vrouw in de kerk, scheiding van kerk en staat en democratisering van de samenleving etc. 

Als ziekenhuispredikant werkte Schleiermacher in Berlijn en trok hij volle kerken als voorganger, maar hij werd in zijn tijd ook uitgemaakt voor sluiermaker, omdat hij het ware geloof zou versluieren (schleier = sluier). Maar toen hij overleden was, trokken meer dan twintigduizend mensen langs zijn baar, die desgevraagd vertelden dat zij door Schleiermacher het geloof hadden behouden. 

Schleiermacher legde in zijn preken in het ziekenhuis de nadruk op de unieke eigenwaarde in godsdienstige zin van deze meestal arme mensen. Want dankzij die verbondenheid met het hogere wordt ook de mens als oneindig waardevol beschouwd. 

Die nadruk op het belang van zelfoverstijgende ervaringen voor de menselijke waardigheid was in die tijd niet zonder reden. De oude standenmaatschappij brokkelde af, een ordening waarin de waarde van mens werd bepaald door het feit dat zijn/haar plaats in welke stand dan ook zinvol was, want deze plek was bepaald door een goddelijke ordening. Door de opkomende industrialisatie en als gevolg daarvan de trek naar de industriële centra (de steden) werd een groot deel van de mensen gereduceerd tot inwisselbare, anonieme wezens, opgegaan in de massa, slechts nuttig (en vaak uitgebuit) als fabrieksarbeider. Dat is ook in onze tijd herkenbaar: ook onze samenleving staat in het teken van een gelijkvormige massa- en consumptiecultuur. Je hoor je aan te passen aan de mode (die bepaald wordt door industriële belangen), je stelt je interieur samen met behulp van de nieuwste Ikea-folder en wordt in je bubbel geacht de juiste mening te hebben. Zo niet, dan word je al heel snel veroordeeld en uitgestoten, al was het alleen maar om het gezicht van de partij, groep of club te redden. De prangende vraag is daarom ook in onze tijd: wie ben ik als individu, waar ben ik in geborgen?

Tot slot nog een voorbeeld van een zelfoverstijgende ervaring die Godfried Bomans (de latere schrijver en mediapersoonlijkheid) op jeugdige leeftijd overkwam onder een meidoorn:
‘Ik herinner mij een avond, dat ik na het eten nog even de tuin in mocht en onder de meidoorn zat met mijn rug tegen de stam en mijn knietjes opgetrokken: het was tussen licht en donker, alle geluiden stierven, en tussen de kale takken rees kalm de zilveren maan. En opeens was het of de tijd, het ogenblik van mij afviel (ik kan niet goed uitdrukken wat er precies gebeurde) en ik opgeheven werd tot een geheel andere wijze van bestaan; het was of ik ijler werd, maar ook oneindig veel groter en wijder, zo wijd dat ik de ganse avond om mij heen vulde, en dat ook de avond zelf en de dingen die erin stonden één met mij werden, en dat ik ‘alles’ begreep. Ik herinner mij, dat ik toen tenslotte iemand mij naar binnen klapte, een beetje wezenloos naar bed ging verdoofd door het wonderbaarlijke, en ik duidelijk voelde dat er iets in mij veranderd was, voor altijd. Ik kan het niet beter uitleggen.’

In de volgende aflevering meer over ervaringen van ‘ontvankelijkheid voor de kosmos’ of zoals de populaire Duitse socioloog Hans Joas het noemt: ervaringen van zelfoverstijging.