Grafzerken Nicolaaskerk

(van west [orgel] naar oost [preekstoel])

De stenen zijn bij de restauratie begin jaren vijftig verplaatst en liggen dus niet meer op hun oorspronkelijke plek.
Van de eerste vijf zerken ligt een deel van de tekst onder de houten vloer.

Middenpad rechts:

Anno 1660 den 22? Desember is in de Heere / Gerust … ende froomen Sioerd / Ates out ontrent 80 iaren ende Leijt alhier begraven
S A
Anno 1718 den 3 Augusty is in den heere / gerust … Gerben Dj[u]rs W[iglema / in leven huisman tot Deersum ont[ren]t / 85 iaren en leit alhier begraven

Het enige wat we weten, is dat Sjoerd Ates in 1640 huurder (‘meijer’) was van de boerderij met stem 11 (‘Cloosterland’), die toen ten westen van Deersum lag. Was de grond misschien ooit eigendom van Nijklooster (‘Aula Dei’) in Scharnegoutum of klooster Ingwert in Poppenwier? In 1698 was Gerben Djurres Wiglama huurder van dezelfde boerderij. Dat kan verklaren waarom Sjoerd Ates en hij onder dezelfde zerk begraven zijn. 
De naam van Gerben wordt ook genoemd op de Dearsumer avondmaalsbeker van de Sneker zilversmid Yske Gerbens Vogelzang uit 1700, die zich in bruikleen in het Scheepvaartmuseum in Sneek bevindt. De zerk van Gerbens Djurres grootvader Ids Sytses ligt in de St. Piterkerk van Grou. Als Gerbens vader Djurre Idses in 1652 overlijdt, wordt Doeckle Sjoerds curator voor de 14-jarige Gerben, zijn oudere broer Jentje en zijn jongere zus Antje. Doeckle Sjoerds’ zerk ligt in het midden van het koor van de kerk.
Gerben trouwt op 30 januari 1680 met Lysbeth Hendriks. Samen krijgen ze zes kinderen.

AO1667 DEN / DEN 12 AUGUSTI IS INDEN HEERE GERUST DIE EERBARE ANTKE WYBRENSDor/ DIE HUISVROU van You Obbes olt ontrent 76 iaren ende leit alhier begraven

(zie toelichting eerste zerk links in het middenpad)

Hier rusten / Tjetske Lavina ∙ …d∙ 4 Julij 1817. gest: d∙ 10 Nov: 1818 / Willem ∙ …d∙ 31 Aug=S1815. gest: d∙ 11 Jan. 1819 / Tjitse Lavinus ∙ …d∙ 28 Mei 1820. gest: d∙ 16 Junij 1820 / Hiltje Liefsting …d∙ 10 Nov: 1808. gest: d∙4 Julij 1822 / Een zoon …d∙ 7 Aug=S1822. gest: den zelfden dag∙
Kinderen van D=OJ: Doorenbos: / En / M: Liefsting. /
[Eens?] breekt voor hun de morgen aan.

Deze steen heeft het graf bedekt van kinderen van ds. Jan Doorenbos en zijn vrouw Martha Liefsting. Hun eigen zerk ligt rechts in het koor van de kerk. Ze hadden meer kinderen, die wel de volwassen leeftijd bereikten en in hun werkzame leven vooraanstaande posities bekleedden.

Middenpad links:

AO, 1644 DEN … in den [heere geru]st d e… …n ONTFA- / NGER IN DEERSUM EN MEDEREGTER VAN RAUWERDERAHEM ∙ OLT 63 IARÊ / ENDE LEIT ALHIER BEGRAVEN

Om twee redenen vermoeden we dat dit de zerk van Jou (Juw) Obbes is. Ten eerste wordt hij genoemd op de zerk van zijn vrouw Antke Wybrensdr. rechts in het middenpad, die qua uiterlijk sterk lijkt op deze grafsteen. Bovendien weten we van Jou’s zoon Obbe dat hij ‘bijzitter’ was, mederechter naast de grietman. Het gebeurde wel vaker dat een zoon zijn vader in hetzelfde ambt opvolgde. 

Marie-Anne de Harder schrijft in “De kerkgeschiedenis van Dearsum” (Dokkum 2016) op p.51, dat Jou afkomstig was uit Boazum. Daar had hij een kind verwekt bij een dienstmeisje. Dat had tot gevolg dat hij veroordeeld was tot het betalen van alimentatie. Tot het kind veertien jaar oud zou zijn, bleef hij daartoe verplicht. Jou had daar echter geen zin in, want – zo voerde hij aan – hij had daar geen geld voor en bovendien had het kind inmiddels een stiefvader. De kerkenraad van Boazum weigerde hem vervolgens een attestatie, toen hij naar Dearsum verhuisde. Daar deed men minder echter moeilijk, waarschijnlijk met steun van de classis: Jou kon gewoon deelnemen aan het avondmaal.

AO1631 dê 9 Augusti is gesturven … / eñ deugtsame Liefke Claes Dorde naegelaeten / weduwe vandê vromen en welgeleerden wijle / Gerlaco Habbon, in syn leeven bediener des h. / Evangely tot Deersum, eñ leit hier begraven

Liefke Claesdr. was de echtgenote van ds. Gerlacus Habbonis, wiens zerk links in het koor ligt. Ze was afkomstig uit een Dokkums regentengeslacht. Haar ouders waren Claes Gerrits Potter en Bauk Roersma uit Jorwerd. Claes Potter was grietenijsecretaris van achtereenvolgens Baarderadeel en Doniawerstal. 

Centraal in het koor:

ANNO 1671 DE 1 OCTOBER IS IN DEN HEERE GERUST / DE EERSAME DOECKLE SIOERDS HEERMA SYNDE OUT 50 IAEREN EN LEIT ALHIER BEGRAVEN / ANNO 1710 DE 6 … IS INDE HERE GERUST DE / EERBARE TIEDTY YOHANNIS WED: DOEKLE SIOERDS OUDT 80 IAER ENDE LEIT ALHIER BEGRAVEN 
Anno … october [is in den heere] … hier begraven (???)

Hierboven meldden we al dat Doeckle Sjoerds tot curator benoemd werd van de op 14-jarige Gerben Djurres Wiglama. Een familierelatie hebben we nog niet vast kunnen stellen. Doeckle’s echtgenote Tjettie Jansdr. was afkomstig uit Jirnsum. Het feit dat Doeckle zich ‘Heerma’ noemt zou erop kunnen wijzen, dat hij woonde op het voormalige Harsta-state tussen Dearsum en Poppenwier. Daar woonde in de late middeleeuwen de familie Herema. Eind 16eeeuw was Otto van Herema grietman van Rauwerderhem. Doeckle zal dan ook de herenbank in de kerk, de ‘Harsta-bank’, in zijn bezit gehad hebben. De voornaam Doeckle doet vermoeden dat er een familierelatie is met Reyner Corneles, die ook in de kerk ligt begraven.

Onder de preekstoel ligt een altaarsteen (±1200) met wijdingskruisjes die de vijf kruiswonden van Christus symboliseren.

Rechts in het koor:

ANNO 1595 / DEN … NOVEMBERIS IS INDEN HEERE GERUST DEN EERSAME / POPKE / POPKES ∙  SECRETARIS IN RAUWERDERHEM EN LEIT HIER BEGRAVEN

Popke begint in 1582 als grietenijsecretaris van Rauwerderhem onder de uit Dearsum afkomstige grietman Otto van Herema. Hij bleef dat tot zijn dood. Popke trouwde begin jaren 90 met Trijntie Scheltes uit Scharnegoutum.

Uit de handelingen van de classis Sneek blijkt dat Popke in 1592 een geschil had met ds. Gerlacus Habbonis, wiens steen ook in de kerk ligt (links in het koor). Waar het over ging blijkt niet uit de notulen, maar wat we wel weten is dat zowel Popke als de dominee het verder overlaat aan het oordeel van de classis: ze wachten de uitspraak af en zullen zich daarbij neerleggen. Uit het verslag van een paar vergaderingen later in hetzelfde jaar wordt duidelijk dat de zaak begonnen is met een door Popke ingediende klacht tegen de predikant. Tijdens de volgende bijeenkomst blijkt er een compromis te zijn gesloten na tussenkomst van wat we tegenwoordig een mediator zouden noemen, in dit geval zelfs een hele commissie. Het blijft jammer dat we de details van het geschil niet kennen.

JAN DOORENBOS, / Predikant te Deersum en Poppingawier / geboren den 10 April 1777, / overleden den 11 Augustus 1827. / en / zijne Echtgenoote / MARTHA LIEFSTING, / geboren den 1 Augustus 1779, / overleden den 16 November 1831.

(lag oorspronkelijk buiten aan de noordkant van de kerk; om de zerk stond een ijzeren hekwerk)

Ds. Jan Doorenbos werd in 1806 beroepen van Sibrandabuorren-Tersoal. Hij stond dus tot zijn dood in de combinatie Dearsum-Poppenwier. Zijn vrouw Martha was de dochter van ds. Focco Liefsting, die van 1774 tot zijn dood in 1824 predikant van Raerd en Jirnsum was. Zijn zerk is nog te vinden in de Laurentiuskerk van Raerd.

Anno 1676 den 5 October is inden Heere / Gerust dê Eersame Reyner Corneles groot / Wyerstra out ontrent 65 Iaer ende leit alhier / begraven

Vermoedelijk woonde hij met zijn eerste vrouw te Grouw en met zijn tweede te Deersum. Zijn eerste echtgenote zou een dochter kunnen zijn van Gerben Doeckles Wierstra. Die woonde op stem 38, Groot Fenwierstra, bij Grouw. De naam ‘Wierstra’ zou Reiner Cornelis dan van zijn vrouw overgenomen hebben.  Ze zal rond 1650 zijn overleden. Ze hadden in elk geval een zoon met de naam Gerben.  Op 27 november 1658 hertrouwt Reiner, nu met Maaike Hessels.Zij hertrouwt op haar beurt op 2 maart 1681 met Johannes Jans uit Jorwerd.

Links in het koor:

Anno 1628 den [2] Januarius Is ✢ Inden heere gerust den Eersamen / Eñ Welgeleerden Gerlacus ∽ habboonis friesia dienaer des / Godlicken woordts In deersum / en leit hier Begraven

Ds. Gerlacus Habbonis zal geboren zijn rond 1569 in Oost-Friesland. Hij studeerde in Heidelberg en in Franeker. Sinds 1595 stond hij in Dearsum, daarvoor te Berlikum. Hij was gehuwd met Liefke Claesdochter, wier zerk in het middenpad ligt. Bij zijn benoeming in 1590 legde hij een ongebruikelijke verklaring af, namelijk dat ‘hi in sake des geloofs en de religie oft int gevoelen van dien met de belijdinge der Nederlandtscher kercken den Coninck van Spagnien eertijdts geexhibeert in alles overeenstemmende deselve onderscriven sal hebben’. Hij veroorzaakte moeilijkheden, want hij had in 1596, vermoedelijk in een ander dorp, bij een stel thuis het huwelijk voltrokken. In 1598 werd hij op verzoek van stadhouder Willem Lodewijk naar Drenthe gezonden om daar de Reformatie in te voeren, maar hij durfde niet ‘om de viant’. 
In “De kerkgeschiedenis van Dearsum” op p.45 dat hij in 1602 gedoe had in Dearsum, omdat hij in het openbaar tegen een van de lidmaten was uitgevallen. Door tussenkomst van een collega, die naar Dearsum kwam om te preken en Habbonius schuld te laten belijden, werd het conflict beëindigd.

ANNO 1666 DEN 24 APRIL IS IN / DEN HEERE ONTSLAPEN DEN / EERSAMEN ROMCKE OENES OUT / ZYNDE 56 IAREN EN LEIT ALHIER / BEGRAVEN

Op 28 mei 1647 trouwde Romcke Oenes Roukema met Aeltie Wybrens. Hij was de zoon van Oene Gerrits, boer te Deersum, en Griet Jetses. Romke komt voor in een akte uit 1602 als voogd voor de 18-jarige Antie Hanses en haar 7 jaar jongere broer Ede. In 1666 wordt na Romke’s overlijden zijn boedel beschreven. De veestapel bestond uit vijftien melkkoeien, zes hokkelingen en een paard. Behalve veel linnen en ander textiel zijn ook genoteerd een zilveren kroes, vijf zilveren lepels en een brandewijnskroeske. De waarde van Romckes nalatenschap werd in 1667 vastgesteld op 3388 goudgulden en 23 stuivers. Hij was dus niet onbemiddeld, wat mede verklaart dat hij in de kerk is begraven.

AO1608 dê 20 febreuary / Is Inden Heere Gerust / de [eersame] Sijbe Pijt / ersZ ende leijt Hier begraven

Sybe Pieters is de tweede echtgenoot van Hylck Oenes. Ze is de dochter van Oene Rouckes Rouckema, boer te Broek en mederechter van Doniawerstal. Haar eerste echtgenoot was Gerrit Romckes, boer te Oppenhuizen. Haar zoon blijkt Oene Gerrits te zijn, de vader van Romcke Oenes, wiens grafsteen ook in het koor ligt. Oene Gerrits was boer te Dearsum en dat verklaart misschien waarom Sybe Pieters in de Dearsumer kerk zijn laatste rustplaats heeft gevonden. Oenes echtgenote (en dus Sybe’s schoondochter) Griet Jetses was trouwens de weduwe van ene Ede Popckes, die wel weer eens de zoon van grietenijsecretaris Popcke Popckes zou kunnen zijn, wiens grafsteen aan de zuidkant in het koor ligt.

Uit het bovenstaande wordt duidelijk hoezeer familierelaties een rol gespeeld kunnen hebben bij het verkrijgen van een graf in de kerk van Dearsum. We hebben zelfs het idee dat er nog meer verbanden moeten zijn. Zo draagt Doeckle Sjoerds (zerk in het midden) een voornaam uit de familie Wierstra (Reiner Cornelis’ zerk ligt voor de piscina) en is hij voogd van Gerrit Djurres Wiglama, die onder de zerk van Sjoerd Ates (middenpad) begraven is. Was Doeckle misschien een zoon van deze Sjoerd?