De restauratie van de Laurentiuskerk van Raerd is gereed.Op de pagina over het kerkgebouw onder ‘Ingwert’ staan inmiddels nieuwe interieurfoto’s. Bij uitgeverij Bornmeer in Gorredijk is een boekje over de kerk verschenen met veel foto’s. Het is te bestellen via laurentiuskerk@kpnmail.nl. De prijs is 12,50 (excl. 4,15 verzendkosten).
Donderdag 3 mei 2012
Tegen de zuidmuur zijn de zonneblinden weer opgehangen.
Maandag 26 maart 2012
De orgelpijpen worden teruggezet.
Donderdag 1 maart 2012
Restaurator Randolph Algera is vrijwel klaar. Vriesia voorziet de houtimitaties nu van laklagen.
Zondag 12 februari 2012
Een voorproefje van de kleuren waarin de kerk straks geschilderd is. Het lichte hout is nu nog te geel en woprdt straks bruiner. Doophek en preekstoel krijgen ook nog enkele laklagen. Op de tweede foto is te zien dat de windlade teruggeplaatst is in het rugwerk van het orgel.
Maandag 6 februari 2012
Benjamin Craig is toegevoegd aan het restauratieteam en maakt een opzet voor de houtstructuur op het doophek. Ook brengt hij de tweede laag van de houtimitatie op de vrouwenbanken aan.
Woensdag 25 januari 2012
De eerste laag voor de hout-imitatie is aangebracht. De roze kleur is bijna uit de kerk verdwenen.
Zaterdag 7 januari 2012
Randolph Algera heeft de eerste bank op kleur gebracht (het kleine balkje op de vloer laat de voorbeeldkleur zien) en de keuken is klaar en is ingericht.
Zaterdag 24 december 2011
Vlak voor de Kerst de laatste stand van zaken. Adembenemend………………….
Ook doophek en kansel hebben nu de grondlaag, waarop de mahonie-imitatie aangebracht zal worden.
Woensdag 14 december 2011
De borden onderaan de draperie zijn bevestigd en aan het vergulden van het rugwerk wordt de laatste hand gelegd.
Zondag 4 december 2011
Een paar foto’s van de vorderingen van het schilder- en verguldwerk. De eerste foto laat zien hoever het orgel is. Op de tweede foto is een gereconstrueerde onderkant van het geschilderde gordijn te zien. Foto 3 toont twee fasen van het vergulden van de trofeeën op het orgel: op de onderlaag wordt later het bladgoud aangebracht. De vierde foto tenslotte is een opname van een fragment van de balustradeversiering.
Zaterdag 19 november 2011
Vandaag een paar ’tussenstand’-foto’s: een orgelornament in de definitieve kleuren, een geslaagd experiment met schaduwwerking op de wand achter het orgel en de stand van zaken in de keuken.
Vrijdag 4 november 2011
Vandaag heeft de Leeuwarder Courant een grote foto van het restauratiewerk aan de gewelfschildering voor op de regiobijlage geplaatst.
Zaterdag 29 oktober 2011
Vandaag hebben we een bezoek gebracht aan Orgelmakerij Reil in Heerde, waar ons orgel in restauratie is.
Foto 1: buiten bij de houtopslag.
Foto 2: de windlade van het rugwerk met de stevels (de basis) voor de nieuwe dulciaan.
Foto 3: uitleg over de dulciaan.
Foto 4: gerestaureerde houten pijpen.
Woensdag 26 oktober 2011
Langzamerhand beginnen de kleuren van en om het orgel in de buurt te komen van de situatie van 1908. Vergelijk de foto bij 25 maart 2010.
Dinsdag 25 oktober 2011
De keuken in aanbouw. Jelle Veenstra heeft uit een oude eiken keuken een splinternieuwe gemaakt. Deze week komt het blad erop en dan kan de zaak betegeld worden. De dikke balk is een poot van de klokkenstoel.
Donderdag 20 oktober 2011
De firma Reil is begonnen met het herstel van het snijwerk van het orgel. Eerst wordt een stukje lindenhout gelijmd op de plaats van de ontbrekende versiering. Vervolgens snijdt Hanno Reil het in de goede vorm.
Vrijdag 14 oktober 2011
Restaurator Randolph Algera en zijn medewerkster in opperste concentratie bij het herstel van de gewelfschildering. Het programma Hea van Omrop Fryslân heeft vanmorgen opnames gemaakt. Mogelijk wordt de reportage in de week van 17 oktober uitgezonden.
Maandag 2 oktober 2011
De kraak staat opnieuw in de steigers, nu voor de restauratie van de gewelfschildering.
Zondag 25 september 2011
Tot grote verbazing van de kerkgangers bleek de lambrisering vanmorgen ineens oudrose te zijn. Het betreft hier echter een onderlaag: de basis voor de mahonie-imitatie.
Woensdag 7 september 2011
Deze week zijn de schilders begonnen. Tijtsma uit Workum is bezig met het aanbrengen van de hout-imitatie in de hal, terwijl Vriesia uit Sneek al het meubilair in de kerk ontdoet van lak- en wasresten.
Woensdag 29 juni 2011
Vandaag ontdekten we op YouTube een filmpje van onze kerkklokken. Een paar weken geleden zijn er twee deskundigen in de kerk geweest om de klokken te bekijken. Zij hebben de opnamen op YouTube gezet:. http://www.youtube.com/watch?v=7-DZTwTeX0k.
Maandag 8 mei 2011
De firma Octoplus uit Grou heeft vandaag de vitrinekast in de muur van de hal geplaatst.
Sint Laurentius heeft zijn plaats in de hal alvast ingenomen.
Afgelopen week zijn piedestals onder de siervazen verwijderd (vergelijk 29 januari). De verschillende onderdelen zijn nu beter met elkaar in balans.
De perfect aan elkaar passende stukken rode Bremer zandsteen blijken van een altaar afkomstig te zijn (zie hieronder 5 december 2009). Vanmorgen hebben we de laatste specieresten verwijderd en toen verscheen het bewijs: één van de vijf kruisjes. De gelijmde fragmenten gaan straks dienen als sokkel voor een beeld van Sint Laurentius, de patroonheilige van onze kerk.
Jelle Veenstra heeft vandaag de kuif op de herenbank geplaatst. Onderstaande foto’s spreken voor zichzelf. Op het rouwbord van Cecilia van Sminia is precies hetzelfde familiewapen te zien. Zij en haar man Tjalling Aedo Johan van Eysinga hebben dus opdracht voor de kuif gegeven. Ter hoogte van het rouwbord ligt hun grafzerk in het middenpad.
Tenslotte: we hebben ook maar weer eens een overzichtsfoto gemaakt. De grafzerk net achter het waarschuwingsbordje is van genoemd echtpaar.
Vandaag hebben we de kuif van de herenbank van het Fries Museum in Leeuwarden in bruikleen gekregen. In 1880 schonk de toenmalige eigenaar van Jongemastate hem samen met o.a. enkele rouwborden aan het museum. Waarschijnlijk was hij in 1795, aan het begin van de Franse tijd, al uit de kerk gehaald. Dat zou dus betekenen dat hij nu na ruim 215 jaar is teruggekeerd. De rouwborden (zie 15 januari hieronder) kwamen in 1938 al terug in de kerk.
Deze week is er weer hard gewerkt in de kerk. Zo is de gewelfverlichting aangelegd, zijn de rouwborden in de kerk teruggekeerd en opgehangen, is het laatste snijwerk op de nieuwe doophek-onderdelen aangebracht en heeft Wim Brink uit Velserbroek een begin gemaakt met het ophangen van de lampen. De rolsteiger kan nu de deur uit.
Vandaag hebben we foto’s gemaakt in kerkelijk centrum De Frissel te Wergea. Hier heeft de gerestaureerde tekening van Minne Hoekstra een nieuwe prachtige plek gekregen. De scheuren zijn gerepareerd, het kunstwerk is schoongemaakt en het papier is op een nieuwe ondergrond geplakt. We feliciteren Wergea met de terugkeer van dit bijzondere object en danken de Stichting Bonhomme Tielens in Maastricht voor de financiering van de restauratie. Kijk ter vergelijking hieronder bij 30 september 2009.
Afgelopen week is het gereconstrueerde doophek teruggeplaatst. Alleen de zgn. cartouches op de onderste panelen ontbreken nog.
Het uurwerk loopt en de klok slaat weer op het hele en op het halve uur. In de hal is op het houtwerk de onderlaag voor de hout-imitatie aangebracht.
Vandaag is de opleveringsvergadering gehouden. Het was tevens de laatste bouwvergadering (v.l.n.r. Frans Rodenburg [Agricola Bouw ’75], restauratiearchitect Jelle de Jong, stagiaire Sanne Glas, kerkrentmeester Hendrik Landman; op de achtergrond staat Jouke Jongsma, directeur Stichting Behoud Kerkelijke Gebouwen in Fryslân). Niet dat al het werk nu gereed is. De schilder is op dit moment druk in de hal bezig. Langzaam komen de oude kleuren voor de dag. In de toren is vorige week de nieuwe vloer gelegd en zijn de kachels geplaatst.
Het schip van de kerk is opnieuw schoongemaakt, nu in verband met een doopdienst. Het timmer- en installatiewerk is bijna klaar. De vazen met fruit en bloemen hebben ook hun oude plek op de herenbank weer ingenomen. Het wachten is nu op de offertes van de schilders en – hopelijk – extra subsidie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. Een paar sfeerfoto’s.
De bekisting om de orgelkas is weggehaald. De ruimtewerking die het geschilderde baldakijn heeft, is opmerkelijk. In de hal is de nis van één van de verplaatste grafzerken geschikt gemaakt voor een vitrinekast.
In de dooptuin zijn de ouderlingen- en diakenenbanken geplaatst. Het aanvullende snijwerk voor het doophek is pas in november klaar.
Meer dan 200 belangstellenden hebben dit weekeinde de kerk bezocht in het kader van OpenMonumentendag.
Nog vijf dagen……… De klokken hangen en de vloer is gevoegd.
Eén week voor het Open Monumentenweekeinde………………..
De vloer van het koor is gisteren gevoegd.
Vandaag hebben we Janum bezocht, waar zich sinds een jaar of tien de sarcofaag bevindt, die in de jaren vijftig bij de familie Hotsma op het erf is gevonden. Hij is trapeziumvormig (hij loopt naar onderen smaller toe). Daardoor is het niet uitgesloten dat het dekselfragment dat we in december hebben gevonden, bij deze kist heeft gehoord.
Tegen de zuidmuur herrijzen langzaam de vrouwenbanken. Bekijk ter vergelijking de foto’s van 28 november, ook in verband met de grafstenen op de foto hieronder.
Vandaag is een begin gemaakt met het dichtleggen van de vloer van het koor. Daar worden vooral kleine plavuizen voor gebruikt. De grotere gele tegels zijn van Öland-steen. Ze zijn teruggevonden in de grafkelders en in de torenvloer en dateren uit de late middeleeuwen.
Benedictus is gearriveerd. Het is de naam van onze tweede luidklok. Hij komt uit Rijswijk, is gegoten in 1965 en heeft als tekst ‘VIVOS VOCO, MORTUOS PLANGO, FULGURA FRANGO’. In vertaling: IK ROEP DE LEVENDEN, IK BEWEEN DE DODEN, IK BREEK DE BLIKSEM.
Net voor de bouwvak zijn de zerken op hoogte gelegd en zijn de tussenliggend delen opgevuld met gestabiliseerd zand (combinatie zand-cement). De volgende stap is het leggen van zwarte plavuizen.
In verband met de vakantie worden er tot 7 augustus geen foto’s geplaatst. Dit zijn voorlopig de laatste: een foto van de gewelfschildering met daaronder het ingepakte orgel en een overzichtsfoto van vanmorgen. Daarop is te zien dat de mannenbanken bijna compleet zijn. Men is inmiddels begonnen met de vrouwenbanken. Onder in beeld is de takelinstallatie te zien, waarmee de grafzerken op hun plaats worden gelegd.
De gerestaureerde grafzerken zijn vandaag teruggekeerd in de kerk. Bekijk ter vergelijking de foto’s van 5 en 12 december, 4 januari, 23 februari en 7 juni.
Het bankenplan aan de noordkant krijgt langzaam vorm.
Een foto van de herrijzende herenbank.
Het lijkt hier om een pelgrimsinsigne te gaan, een souvenir dus, van rond 1500.
Het werk in de kerk vordert gestaag. De aannemer bouwt de mannenbanken aan de noordzijde op en op de vloer liggen inmiddels de buizen voor de vloerverwarming.
Vanmorgen hebben we een bezoek gebracht aan de firma Folkers, Vos & Creman in Amsterdam. Zij restaureren onze rouwborden, een ingewikkelde maar daardoor ook zeer boeiende klus. Het blijkt dat het (nog originele!) fluweel op de achterwand niet te redden is en dus vervangen moet worden. De lindehouten ornamenten zijn sterk door de houtworm aangevreten. Die worden daarom als het ware uitgehold en de ruimte wordt vervolgens opgevuld met een mengsel van kurkstukjes en kunsthars.
Vanmorgen hebben we een bezoek gebracht aan Steenhouwerij Buitenpost, waar zich de brokstukken van de grafzerken bevinden. Deze worden aan elkaar gelijmd en vervolgens worden er in de achterkant gleuven gezaagd. Daarin komen aluminium strips, die voor de nodige stabiliteit zorgen. Daarna wordt de bovenkant verder gerestaureerd.
Op de eerste foto zien we hoe in de zerk van Ael Hiemstra gleuven gezaagd worden. Op de tweede foto is de strip zichtbaar, die in de gleuf gelijmd wordt.
De zerk van Johannes Rodenhuis is al een fase verder. Op foto drie is het de rechter zerk. Deze foto is in januari al genomen in de kerk. De laatste foto laat de huidige toestand van de zerk zien. Hij is nog niet klaar: op de bovenkant is straks bijna niet meer te zien, dat hij in 1909 hevig toegetakeld is.
Vandaag hebben we met de Koninklijke Vereniging van Organisten en Kerkmusici een excursie gehad naar het Knol-orgel van de kerk van Hasselt en naar orgelmaker Reil in Heerde. Voor ons was het orgel in Hasselt interessant, omdat 1) het maar 9 jaar ouder is dan ons eigen Hillebrand-orgel, 2) er in Boazum en Wieuwerd ook Knol-orgels staan en 3) het orgel net als het onze een geschilderd gordijn heeft (wel heel anders dan het onze). En de firma Reil is de orgelbouwer die ons orgel restaureert en daar ligt het nu in opslag. De foto’s spreken voor zichzelf.
Gisteren zijn ook binnen de steigers verwijderd. Dat betekent dat het opbouwen van het interieur kan beginnen. De komende weken zullen we vooral daarvan foto’s publiceren.
Hieronder de eerste twee. Op de foto’s lijkt het gewelf wat groen, maar in werkelijkheid is het meer ivoor, gebroken wit. Op de onderste foto is dat wat beter te zien. De overhuiving van de herenbank zit al op haar plek.
Nu de steigers verdwenen zijn, is ook voor het eerst de gedenksteen weer zichtbaar. Jelle Rollema heeft hem zorgvuldig bijgewerkt met een kurk en zwarte verf.
Een foto van de preekstoel. Aan de trap is te zien hoe hoog de zerkenvloer straks komt te liggen. De trap komt uit op een houten podium van ongeveer 15 cm hoog. Daaronder liggen de zerken.
De steigers zijn afgelopen week wat lager geworden.Voor het eerst zijn de gerestaureerde wijzerplaten van de klok goed zichtbaar.
Binnen zijn bij het schuren de oudste kleuren van de balken voor de dag gekomen: het grootste deel is blauw en twee balkkoppen bij het orgel zijn mintgroen. Het lijkt wel of men met deze laatste kleur heeft willen aansluiten bij de vleugelstukken van het orgel (zie onderste foto).
Binnenkort valt de beslissing over wat we met de gewelfschilderingen gaan doen. Eerst nog een paar foto’s. Door hert kleuronderzoek is duidelijk geworden dat het gewelf tweemaal beschilderd is met gordijnen. De onderste laag laat een rood-bruine kleur zien, de tweede laag een blauwe. Dit is goed te combineren met de kleuren die het orgel gehad heeft. Rond 1850 is het instrument waarschijnlijk in mahonie geschilderd. De kans is groot dat de rode gordijnen toen al op het gewelf geschilderd waren. In 1871 is het orgel wit geverfd, na een enorme lekkage in de kerk. We vermoeden dat toen de kleuren zijn aangepast en het blauw over het rood aangebracht is. Hieronder eerst drie foto’s met de schilderingen en daaronder nog een foto met de kleuren van het orgel.
Vandaag is de preekstoel op zijn nieuwe/oude plek gehangen. Daarbij werd nog een aardige ontdekking gedaan. Sytse ten Hoeve uit Nijland had al eens geopperd dat het meubilair ooit in een mahoniekleur geschilderd zou zijn geweest. Daarvan hadden we al sporen aangetroffen op de lambrisering. Nu bleken zich ook nog mahoniesporen te bevinden onder de panelen op de preekstoel. Om ze te zien moet je even door de knieën. Inmiddels is dus duidelijk, dat Ten Hoeve het bij het rechte eind had.
Iets meer van de gewelfschildering onthuld: geometrische figuren tegen de houten gordijnrand (zie foto uit 1909 bij 25 maart) en details van geschilderde gordijnen. Het lijkt er dus op, dat net achter de houten gordijnrand geometrische figuren geschilderd waren. Daarachter zat een soort blauwe lucht waarop gordijnen waren aangebracht, die weer aansloten op de gordijnen op de muur achter het orgel. Deze laatste zijn ook op de al genoemde foto uit 1909 te zien.
Opnieuw een onverwachte vondst. De schilder is bezig het gewelf te schuren om daar de nieuwe verflaag op aan te kunnen brengen. Nu was het al meer mensen opgevallen dat het gedeelte boven het orgel meer bladderde dan de rest. De verklaring was dat waar het bladderen begon, een ‘houten gordijn’ had gezeten (zie foto uit 1909 hieronder). Het houten gewelf daarachter zou anders behandeld kunnen zijn dan het deel boven de kerk.
We weten inmiddels de oorzaak: de schilder heeft gewelfschilderingen aangetroffen. Omdat het de onderste laag op het hout is, zouden ze kunnen dateren uit 1815, het bouwjaar van de kerk. Volgende week zullen we een stukje vrij laten maken om te kunnen zien wat het voorstelt. Inmiddels is wel duidelijk dat het meer is dan een blauwe lucht en wat sterren (zie de foto’s). Wordt vervolgd.
De lente is begonnen. Prima weer om een daklijst te schuren en te plamuren.
Een korte update, deze keer zonder foto’s. Alles stond deze week in het teken van het stucen van de zuid- en de oostmuur. Er is een speciale specie gebruikt, die ervoor moet zorgen dat de muur blijft ademen. Alle teerresten, ooit als laag aangebracht om het vocht buiten te houden, zijn verwijderd. Deze teer was er ook de oorzaak van dat in de loop der jaren grote delen van het oude stucwerk loslieten (een van de tsjerkepaadbezoekers vroeg zich ooit af of er landkaarten in het stucwerk aangebracht waren!).
Zodra de stucadoor klaar is, kan de steiger aan de noordkant verwijderd worden. Vervolgens kan de aannemer dan een begin maken met de nieuwe opstelling van het meubilair: de herenbank en de mannenbanken.
Op maandag 15 maart is er een lid van het Archeologysk Wurkferbân van de Fryske Akademy langs geweest om met een prikker delen van het kerkhof af te zoeken naar verzakte zerken. De zoektocht bleef zonder resultaat. Wel troffen we aan de oostkant ongeveer 30 cm onder het oppervlak een grote betonplaat (200 x 120) aan, die ooit misschien als basis van een liggende steen gediend heeft. Ook ontdekten we dat de bodem van het kerkhof vol zit met puinresten uit verschillende perioden.
Van de heer W. Brink, restaurateur van de messing verlichting, kregen we een foto van gepolijste onderdelen van de kroonluchters. Reden om vast een tipje van de sluier op te lichten.
Op de eerste foto zijn de door Brink gepolijste onderdelen te zien.
De tweede foto is van een paar jaar geleden, dus die geeft de oude staat weer.
Foto 3 laat de nieuwe ‘olielamp’ zien, die op de verlichtingsarmen gemonteerd zal worden. Daarbij wordt de voet verwijderd. We hebben deze lampen aangeschaft bij de firma Rauwerda in Leeuwarden. Die bood aan om een deel van de aanschafkosten te sponsoren. Uiteindelijk heeft men 40% van de kosten van 31 lampen voor eigen rekening genomen. Een prachtig gebaar!
Op foto 4 is de situatie van 1909 te zien. Die geeft een goed beeld van wat we voor ogen hebben. Een exacte kopie is onmogelijk, maar we denken toch aardig in de buurt te komen.
Vandaag hebben we bij de familie H. Landman aan de Snitserdyk een zerkfragment opgehaald, dat daar jarenlang een dubbelfunctie heeft gehad: afdekking van de regenwaterbak en bodem van de zandbak. We konden aan de hand van een paar woorden en de inventarisatie van Hessel de Walle achterhalen aan wie de zerk heeft toebehoord: Antje Jans, de vrouw van brouwer Jan Albert Bruinsma uit Leeuwarden.
Anno 16[73?] den 9 iuny is in den heere gerust de eerbare … Jancke Jans Bruin[sma] … haer 23 iaer en … er begraveDe vet gedrukte tekst is nog over, de rest stond op het deel dat is verdwenen.
Deze grafzerk had zgn. leeftijdskoppen: hoofden die de verschillende levensfasen van de mens symboliseren. Linksboven heeft het kopje van een klein kind gestaan en rechtsboven het hoofd van een jongvolwassene. Op het fragment dat we nog over hebben, zijn de volwassen man en het doodshoofd te zien. Juist die afbeeldingen zijn gelukkig nog in uitstekende staat.
De afgebroken rand van de zerk kan straks onder de vloer onder de preekstoel verdwijnen. Daarmee wordt dan in elk geval de suggestie gewekt dat de grafsteen nog compleet is.
Vandaag zijn de zerken afgevoerd naar Buitenpost, waar ze gerestaureerd zullen worden. Jelle Rollema puzzelt ze voor de derde keer in elkaar.
En dankzij het mooie weer kon er eindelijk een begin gemaakt worden met het herstel van het voegwerk. Op de derde foto is te zien dat dat af en toe verder gaat dan alleen wat oud cement verwijderen.
Vanmorgen is de vloer uit de toren gehaald. Spectaculaire vondsten zijn er niet meer gedaan. Wel heeft de EO opnamen gemaakt van de opgraving, de gesp en de restauratie. Tegen de zomer zendt men een zesdelige serie uit over de geschiedenis van het christendom in Nederland. Ongetwijfeld komt onze gesp in beeld in de aflevering over de vroegste periode. Volgens de archeologen kunnen we er vrijwel zeker van zijn, dat de versiering uit de tweede helft van de achtste eeuw stamt.
Vanmorgen zijn de blinden uit de toren gehaald. Daardoor konden we een hoek aan de noordkant helemaal vrijmaken en schoonvegen. Daar bleek een predikantszerk te liggen. Hij behoort toe aan ds. Andreas Schuyringha. Op internet vonden we dat hij vóór ca. 1645 geboren is. In 1661 werd hij ingeschreven als student filosofie en letteren aan de Universiteit van Franeker (“Andreas Schuiringa, Frisius“). Hij was achtereenvolgens o.a. predikant te Ameland, te Finkum en Hijum en Kornjum. In 1683 werd hij bevestigd te “Rauwerd en Eernsum”. Uit de tekst op de zerk blijkt dat hij in 1685 in Raerd is overleden. Hij heeft hier dus maar twee jaar gewerkt.
Vandaag is een begin gemaakt met het naar beneden halen van de grafzerken die de afgelopen honderd jaar tegen de muur hebben gestaan. Op de eerste foto zien we de zerk langzaam loskomen, op de tweede de bijna doorgeroeste ‘klampen’ waarmee hij tegen de muur geklemd werd (wanneer zou hij uit zichzelf naar beneden gekomen zijn?) en op de derde foto het laten zakken van de zerk. Foto 4 laat de grafsteen op zijn nieuwe (of eigenlijk oude) plaats zien.
De pers stort zich op dit moment op de gevonden gesp (zie 21 januari).
Maandag 1 februari, voorpagina Friesch Dagblad: Unieke vondst slaat een brug naar vroegste Friese christenen.
Dinsdag 2 februari, Leeuwarder Courant: Zeldzame ‘gesp’ in kerk.
Woensdag 3 februari, Trouw: Archeologen vinden extreem vroege Friese Christuskop.
Wie op Google ‘Raerd’ en ‘gesp’ intypt, krijgt al een hele reeks sites die het bericht hebben overgenomen.
We dachten dat we de meeste vondsten wel gedaan hadden. Nee dus. Vanmiddag ontdekte uitvoerder Doede Wijngaarden in de vloer van de toren een steen met gotisch schrift (60 x 60 cm). Hij zou gediend kunnen hebben als afsluiting van de toegang tot een grafkelder. Het materiaal en het schrift wijzen op een hoge ouderdom. We hopen dat er nog iets van ontcijferd kan worden.
Afgelopen donderdag is er een niet al te dikke laag beton gestort. De kerk heeft nu een werkvloer, waarop de aannemer verder kan bouwen. Onze eerste indruk is dat de akoestiek van de kerk aanzienlijk is verbeterd: de nagalm-tijd lijkt verdubbeld.
De archeologen leggen de laatste hand aan het onderzoek in de kerk. Op de foto’s zien we achtereenvolgens een blootgelegd stuk muur met een vloertje van kloostermoppen (foto 1), het tekenwerk (foto 2) en tenslotte een overzicht van de situatie van dit moment (foto 3). Volgende week wordt er een bekisting geplaatst als voorbereiding op het storten van de betonnen werkvloer. En de onderzoekers hebben de eerste tijd werk genoeg: alles moet vastgelegd en geïnterpreteerd worden.
De bijzonderste vondst: een onderdeel van een gesp uit de 7e of 8e eeuw. We zien een kruis met in het midden het hoofd van Christus. Albert Reinstra, specialist kerkelijke bouwkunst bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, heeft de foto gemaakt. Hij heeft meteen een plaatje van een vergelijkbaar exemplaar meegestuurd. Hierop is duidelijk te zien hoe het metalen schijfje op de pin van de gesp bevestigd was. Het is ongeveer zo groot als een stuiver.
Het werk van de archeologen zit er bijna op. Dat wil zeggen, het uitgraven van de kerk. Donderdag wordt de rest nog in kaart gebracht en dan kunnen de voorbereidingen voor het storten van de betonvloer van start gaan. Een paar zaken zijn het vermelden waard.
De belangrijkste vondsten van vandaag.
De vloer wordt tot op een diepte van 50 cm uitgegraven om straks een betonnen werkvloer te kunnen leggen. Grote vondsten zijn er vandaag niet gedaan. Wel zijn de contouren van enkele graven zichtbaar geworden en is er een stukje gebrandschilderd glas gevonden. Het is 8 cm breed.
De archeologen hebben een vermoeden wat het vorige week gevonden bakstenen bakje voorstelt. De zwarte laag aan de binnenkant zijn roetsporen. Dat wijst erop dat het om een middeleeuwse olielamp gaat. In dat geval heeft er binnenin een metalen bakje gezeten. Op de foto is dan ook te zien dat er aan de binnenkant een duidelijk grens is aan te wijzen tussen de roetlaag en het schone deel eronder.
Deze week zijn er archeologen in de kerk aan het werk geweest. Alles is opgemeten en er zijn wat sleuven gegraven om te kijken of er sporen van vroegere gebouwen te vinden zijn. Voor een uitgebreid onderzoek is de tijd te kort en zijn de financiën niet toereikend. Wel jammer, want gezien de vondsten tot nog toe hadden er nog wel wat meer verrassingen voor de dag kunnen komen.
Vanmiddag zijn groep 7 en 8 van It Raerderhiem in de kerk op excursie geweest. Puzzelen is voor alle leeftijden…..
Vandaag bij Tresoar in Leeuwarden het zegel uit 1530 van Meester Menno bekeken (zie 10 december). Het gaat om het linker ovale zegel. Het verticale streepje op ongeveer 1/3 van boven geeft de bovenrand van het familiewapen aan. Met een beetje fantasie zijn in het onderste deel links de contouren van aan adelaar zichtbaar, rechtsboven een ster met vrij scherpe punten en rechtsonder een klaverblad. Maar als u dat allemaal niet kunt onderscheiden, ligt dat niet aan uzelf……..
Hieronder de gisteren aangekondigde foto’s van de stenen van de daklijst en de tufstenen. We veronderstellen dat puin van de middeleeuwse kerk in de vloer terecht is gekomen, toen de kerk in 1815 herbouwd werd. In 1909 had men bij de herinrichting ruimte nodig om de houten vloer aan te kunnen brengen. Men heeft toen een laag aarde verwijderd en een deel daarvan in de grafkelders gestort. Dat verklaart waarom we middeleeuwse resten aantreffen in kelders die ‘pas’ honderd jaar geleden dichtgegooid zijn.
Vanmiddag hebben leden van het Argeologysk Wurkferbân van de Fryske Akademy voorbereidend werk verricht voor het echte archeologische onderzoek, dat zal plaatsvinden in de week van 4 januari. Met hun jarenlange ervaring hebben ze al een aantal zaken kunnen vaststellen. In de eerste plaats dateerden ze de sarcofaagdeksel vóór 1200, dus dat is daarmee meteen het oudste object in de kerk. Verder ontdekten ze tussen de kloostermoppen stukken daklijst van de middeleeuwse kerk. En er bleken ook brokken tufsteen tussen te zitten. Die zijn er het bewijs van dat de middeleeuwse kerk een tufstenen voorganger gehad heeft. Morgen zullen we van deze vondsten foto’s publiceren. Hieronder eerst een tekening van de middeleeuwse kerk door J. Stellingwerf uit 1721. Vervolgens nog een opname van de inmiddels schoongeveegde sarcofaagdeksel.
In 1909 heeft men bij de ‘restauratie’ de grafzerken die niet mooi genoeg waren, kapot geslagen en in de grafkelders gegooid. Ook zijn toen alle overbodig geworden estriken in de kelders gedumpt. Nu komen ze bij het puin ruimen weer tevoorschijn. Tussen de stenen bevinden zich ook nog onderdelen uit de voorganger van het huidige gebouw. Er is een deel van een tracering gevonden, waarin de glas-in-loodramen geplaatst werden, en steentjes die deel hebben uitgemaakt van de ribben in het gewelf. Daar is zelfs een middeleeuwse beschildering op te zien.
Met man en macht is er vandaag aan gewerkt om de vloer slakkenvrij te krijgen. Drie containers zitten vol met puin en de kerk is leeg. Nou ja, leeg… Ook uit de resterende grafkelders kwamen restanten van zerken. Het is ons gelukt om er vier grafstenen van te makan. Verder zijn er nog een paar kleinere fragmenten gevonden, waaronder een onbekend fragment. De rest kunnen we aardig plaatsen. Dankzij de overzichten van De Walle en De Zee wisten we immers al redelijk goed wat we konden verwachten. Bijzonder was de vondst van een deel van een sarcofaagdeksel, dat op een van de muurtjes was gemetseld, die de houten vloer droegen. Het is ongetwijfeld een van de oudste objecten van de kerk. Hieronder de foto’s.
De tweede priesterzerk is waarschijnlijk geïdentificeerd.
2 december meldden we dat het niet mogelijk leek om de identiteit van de tweede priesterzerk vast te stellen. De zerk is te zeer beschadigd om nog iets te kunnen herkennen.
Iemand die er nog iets van zou kunnen weten, was Otto Roemeling uit Hurdegaryp. Hij doet al jaren onderzoek naar priesters die in de middeleeuwen werkzaam waren in de Friese parochies. Hij raadde ons aan nog eens nauwkeuriger naar het familiewapen op de zerk te kijken. Dat deden we en we constateerden dat er links een adelaar en rechtsboven een zespuntige ster moest staan. Die informatie gaven we aan Roemeling door.
Intussen ontdekten we zelf ook op de site van de Fryske Akademy, waarop alle testamenten tot 1550 staan, dat er eind 15e eeuw een pastoor Jelle in Raerd werkzaam was, en begin 16e eeuw een pastoor Menno. Zowel in het testament van Goedsfrundt en zijn vrouw Hylck uit 1523 als in dat van Aede Edes Jongema uit 1532 komt deze laatste voor. Aan het eind van Aede’s testament staat zelfs een opmerking die door Menno zelf is geschreven.
Vandaag wist Otto Roemeling te melden dat deze Menno een familiewapen had met een adelaar aan de ene, en een zespuntige ster met een klaverblad aan de andere kant: de ster boven, het blad onder. Opnieuw hebben we het wapen onder de loep gelegd. Zoals gezegd, we waren al redelijk zeker van de adelaar en de ster.
Oordeelt u zelf aan de hand van de foto’s. Wij menen rechtsonder een klaverblad te herkennen en zijn van mening dat pastoor Menno ooit begraven is onder de middelste zerk.
Boven het wapen staat de uitgehakte miskelk met daarboven de hostie. Daardoor wisten we al, dat het om een priester moest gaan.
Een Sinterklaascadeau! We rekenden al nergens meer op. Toch stond ons vanmorgen een verrassing te wachten. Met tien man waren we bezig de 20 cm dikke laag slakken (in 1909 in de kerk gebracht om vocht te absorberen) in een container te kruien. Uit een grafkelder links achter in de hoek kwam – weliswaar in stukken – de grafzerk van Aeijl Hemstra voor de dag. Zij was de echtgenote van Aeda Jongema, wiens zerk in de muur van de hal gemetseld is. Ze overleed in 1562 en haar steen was geplaatst aan het hoofdeinde van de zerk van haar man. F.J. de Zee schreef in 1908 het volgende:
“Aan het hoofdeinde van den vorige ligt deze steen, waarop in ’t midden een door twee omziende leeuwen vastgehouden schild (met klimmenden leeuw?), helmteeken: een uitkomend hert tusschen eenige struisveren, aan elke zijde 3 of 4. In een ander wapenschild op dezen steen schijnt een omgewende adelaar gestaan te hebben met schildje op de borst en heeft tot helmteeken kop met hals van een adelaar.”
Int jaer XVc LXII den XIX decembris sterf die eerbare Aeijl Hemstra
wedû vâ Ade Jongama hier
mede begraven onder desȇ
groten steen
Nascendo Morimur: Door geboren te worden sterven we.
Spits opgeleverd: alle leien zitten erop en de leidekkers hebben hun merkteken achtergelaten. De haan heeft een extra verstevingingsring gekregen en kijkt weer uit over het weidse landschap. De vijf bovenste steigerlagen zijn gedemonteerd.
Het lijkt niet mogelijk om de middelste zerk te identificeren. De tekst was geschreven in gotisch schrift, maar daar is vrijwel niets van over. Wel is duidelijk dat ook dit de zerk van een priester is: boven het familiewapen heeft in een apart vakje een miskelk met een hostie gestaan.
pen TRYNTJE VERHOEK
Wed: Wijl: Do P. Antonides vdm
oud Ruim 77 Jaar leijt hier
begraven
Vanmiddag hebben we geprobeerd de tekst van de rechter zerk in het koor te ontcijferen. En dat lijkt aardig gelukt. We weten zelfs wie eronder begraven heeft gelegen: het was Wibrandt van Albada, zoon van Lieuwe van Albada en Frouke van Roorda, van wie de zerk nu nog in de kerk van Poppenwier ligt. Wibrandt was van ongeveer 1545 tot 1576 pastoor in Raerd.
Het ziet ernaar uit dat de tekst in 1580 van de zerk gekapt is toen in Friesland de protestanten de kerken van de katholieken overnamen. De beschadigingen dateren dus niet uit de Franse tijd (misschien m.u.v. de familiewapens).
bovenrand INT JAER ONS HEEREN (dit deel ontbreekt geheel)
rechts: MVc LXXVI DEN VI MAIJ STERF DEN EERSAMEN HEER
onder: MEISTER WYBRANDT VAN
links: ALBADA PASTOOR KERKE RAUWERT ENDE WAS OLT IN SYN (…)
Een illusie armer? De eerste vloerdelen zijn gisteren losgehaald. Al jaren kijken we uit naar het moment waarop de grafzerken tevoorschijn zullen komen. Nu het zover is. lijkt het erop dat het bar weinig voorstelt. De kans is groot dat in 1909 vrijwel alles uit de kerk is verdwenen. Men heeft er verbrandings-slakken voor in de plaats gelegd, misschien om het vocht te absorberen.
We wisten dat onder de preekstoel drie zerken lagen. Die liggen er ook. Zelden troffen we echter grafstenen aan, die zo vernield zijn: vrijwel alle tekst is verdwenen. Alleen op de rechter zerk is nog te zien dat degene die eronder begraven heeft gelegen, op 6 mei is gestorven in een jaar, dat ook eindigt op een zes. In het midden zijn de wapens weggehakt. Wel mooi bewaard gebleven is een adelaar. In elk geval weten we door de bewaard gebleven datum wel, dat de betreffende steen in het overzicht van Hessel de Walle (http://www.walmar.nl/inscripties.asp) niet voorkomt. Hoewel de vloer op diverse plekken open ligt, hebben we nergens anders in de kerk aanwijzingen gevonden dat er meer zerken liggen. Maar dat weten we pas zeker, als de hele vloer eruit is.
Laatste blik op interieur: langzamerhand begint men met de verwijdering van de banken in de kerk. Alle elementen zijn van een sticker voorzien en worden losgehaald. Tekeningen geven aan hoe de nieuwe indeling is, al worden daar de eerste wijzigingen ook alweer in aangebracht. Sporen van de oude opstelling brengen namelijk aan het licht, dat alles toch net weer iets anders stond dan we dachten.
De drie wijzerplaten zijn van de toren gehaald. Duidelijk is te zien hoe het ijzeren raamwerk aan de achterkant verroest is. Delen zullen vervangen moeten worden.
KERKVOOGD
1868
.MAKER.
van
Dirk Hendrik Sijbrandij
ruim 22 jaren weduwnaar van
Tettje Hendriks Terweel
in leven
Kerkvoogd te Rauwerd
en aldaar overleden
den 31 Januariij 1871
in den ouderdom van
78 jaren en bijna
9 maanden
van
Tetje Hendriks Terweel
gedurende ruim 36 Jaren
welgeliefde echtgenoote van
Dirk Hendriks Sijbrandij
landbouwer te Rauwerd
Geboren te Poppingawier
14 April 1793 en Ontslapen te
Rauwerd 1 September 1848
in de hoop eener zalige opstanding
De rouwborden kunnen bijna worden ingepakt.
Tegenvaller: veel van het hout bovenin de spits blijkt verrot te zijn. Dit komt doordat er bij de laatste restauratie in de jaren 80 van de vorige eeuw geen vlinderlood is gebruikt. Men heeft op de hoeken een loodstrip geplaatst, waar regenwater gemakkelijk onder kon komen. Doordat er nu zgn. vlinderlood wordt toegepast, is dat in de toekomst uitgesloten. Op de bovenste foto is de oude constructie te zien, daaronder vlinderlood waar de leien mooi in passen en daaronder het eindresultaat.
Vandaag zijn de rouwborden naar beneden getakeld. Vrijdag 31 oktober komen een paar medewerkers van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed ze inspecteren.
Ervoor en erna:
Een haanloze toren en de haan zelf staat even met beide poten op de grond.
De eerste dakpannen worden alweer teruggelegd. De pannen waar meer dan 25% glazuur af is, worden vervangen.
Doordat de steigers om de toren staan, kun je het metselwerk wat beter bekijken. Wat opvalt, is het herstel van een opening bij het galmgat aan de noordkant, waardoorheen in de Tweede Wereldoorlog de klokken uit de toren gehaald zijn.
De tekening van Minne Hoekstra is vanmiddag uit de kerk gehaald. Het naar beneden halen van het gevaarte had nogal wat voeten in de aarde. Het kunstwerk is naar de firma Sterken in Beekbergen gebracht, waar het gerestaureerd zal worden. Pas na de restauratie van de kerk komt de prent weer terug.
Vandaag heeft de firma Reil uit Heerde de laaste onderdelen van het orgel opgehaald. Wat ons rest, is een lege kas. De aannemer kan nu het meubel inpakken, zodat er tijdens de restauratie van de kerk geen schade aan kan ontstaan.
Vanmiddag de marmeren plaat met porseleinen schakelaars en stoppen afgegeven bij het Nederlands Elektriciteitsmuseum in Hoenderloo. Het is maar een klein gebouw, maar binnen is van alles te zien wat met elektriciteit te maken heeft. Ons schakelpaneel dateert zeer waarschijnlijk uit 1913, toen de Laurentiuskerk stroom kreeg. Volgens de conservator, de heer Ritmeester, is ons exemplaar uniek: herkomst en jaartal zijn bekend, het plaatje van de leverancier staat er nog op (W. van Eyck van Heslinga uit Leeuwarden) en alle belangrijke onderdelen zijn nog aanwezig, zoals de genoemde porseleinen schakelaars.
De kerk is leeg. Alle rommel is weg en losse meubels zijn opgeslagen. De eerste vondsten zijn ook al gedaan, onder de dakvoet: stukken balk (steunen achter de lambrisering) die misschien nog wel uit de oude kerk komen, een handgesmede spijker uit 1815 en een pijpenkop.
Raerd had er vandaag een attractie bij. Menigeen heeft de steigers beklommen die inmiddels bijna hun hoogste punt bereikt hebben. De aannemer heeft een bordje aangebracht, waarmee aangegeven wordt, dat het beklimmen van het gevaarte verboden is, omdat het de nodige risico’s met zich meebrengt. Waarschijnlijk komen er gedurende de restauratie wel momenten waarop het mogelijk is om onder toezicht naar boven te klimmen en te genieten van het weidse uitzicht. Al blijft het op eigen risico natuurlijk.