Verslag van bijenkomst over Nationale Herdenking Corona door ‘Op goed Gerucht’ 27 augustus 2021

Marian Geurtsen 
theoloog en ritueelspecialist

Nationale herdenking Corona?
Bij publieke rampen komt al snel de vraag op om een publieke herdenking te houden. Stille tochten bij onverwachte overlijdens zijn inmiddels zo ingeburgerd dat ze niet meer allemaal de krant halen. Maar een herdenking bij de ramp die corona over ons land en de hele wereld heeft uitgestort, roept enorm veel weerstand en emoties op. Hoe komt dat toch? En is die weerstand een reden om af te zien van een collectieve herdenking of zouden we er toch aan beginnen? En zo ja, hoe?

Emeritus hoogleraar Gersons constateert: ‘De pandemie heeft wel de kenmerken van een ramp. Er is sprake van een plotseling toeslaande, (levens-) bedreigende situatie die komt met verlies van veiligheid en greep op het eigen leven. Men wordt afhankelijk van anderen om te overleven, de infrastructuur begeeft het en er ontstaat chaos. (“Iedereen zegt iets anders; wat is nu waar? Weet het ook niet meer”).

Toch is een herdenking met betrekking op corona moeilijk. 
De eerste reden is dat er geen collectief moment is. De coronacrisis is wel collectief, zelfs nationaal en internationaal, maar de crisis valt niet op één vastomlijnd moment. Want het strijkt zich uit over een langere periode die nog steeds duurt en waarin mensen nog steeds risico lopen om getroffen te worden. Het is zelfs de vraag wanneer we kunnen zeggen dat deze crisis voorbij is. 
Deze ramp raakt mensen ook op verschillende manieren. De ramp is zelf een proces geworden, met fasen en verschillende graden van betrokkenheid. 

Gersons onderscheidt verschillende fasen: 
(Prof. Gersons, Smit en Smid, de ramp na de ramp, https://www.websitevoordepolitie.nl/de-ramp-na-de-ramp/)
1) Schok-/impactfase 
2) Meteen gevolgd door saamhorigheid/honeymoonfase. Merkbaar was deze saamhorigheid in hoe vriendelijk iedereen was voor elkaar, de vele initiatieven om elkaar te helpen, het samen klappen voor de zorg (we zitten allemaal in hetzelfde schuitje). 
3) Wat later (meestal na afloop van de ramp) is er de desillusiefase: de psychosociale problemen die ontstaan door het gebrek aan veiligheid, wegvallen van sociale structuren etc. Dit kan leiden tot polarisatie. Boosheid dat het met de controle niet lukt (richt zich vaak op de overheid, op de maatregelen etc.). De ontdekking dat het niet zo goed gegaan is als men had gedacht. => Mensen die afhaken, eenzaamheid bij slachtoffers, geen vertrouwen meer in de overheid.

Deze fasen signaleert Gersons ook voor de coronapandemie. Maar omdat het zich over zulke lange tijd uitstrekt, zijn de fases moeilijker van elkaar te scheiden. En hoe langer de ramp duurt, hoe meer de emoties van mensen rond de ramp uiteen gaan lopen. Dat er geen collectief moment is, betekent ook dat het moeilijk is om een collectieve emotie op te roepen die vaak aanleiding is voor een herdenkingsritueel.

Verder zijn er eigenlijk verschillende rampen tegelijkertijd.
De eerste ramp is de ziekte zelf. Mensen zijn en worden op verschillende manieren getroffen door COVID-19. Er zijn de mensen die ziek zijn geworden, gestorven zijn, mensen die long-covid ontwikkeld hebben (en die dat nog gaan krijgen). Er zijn mensen die een naaste hebben verzorgd die COVID had, of een naaste hebben verloren. En er zijn mensen die het uit de verte meemaken en niet de gevolgen van corona aan den lijve ervaren.

De tweede ramp is de lockdown: de maatregelen die de overheid neemt om de ziekte te beteugelen. Net zoals de ziekte iedereen kan treffen, heeft de lockdown ook impact op de hele maatschappij. Met de lockdown ontstaan er nieuwe tweedelingen in de samenleving: voor de ene groep mensen gaat het werk door; zij hebben hun werk kunnen verplaatsen, of zelfs mogen of moeten nog steeds op locatie werken. Voor anderen is een groot deel van hun leven tot stilstand gekomen. Mensen die al onder slechte arbeidsvoorwaarden werken, kregen te maken met wegvallen van werk. Voor wie al geen werk had, is er nog meer weggevallen: dagbesteding werd opgeschort, net als vrijwilligerswerk. Al of niet gaat dit gepaard met het wegvallen van inkomsten, wegvallen van sociale contacten en alle middelen die structuur en ritme aan het leven geven, en de onzekerheid hoelang dit gaat duren. Voor weer andere groepen betekent de ramp dat zij langer moeten wachten op een medische behandeling, die uitgesteld is omdat alle aandacht in de zorg nodig is voor COVID-patiënten.

Op zowel de ziekte zelf als de lockdown kunnen mensen heel verschillend reageren, afhankelijk van omstandigheden/karakter. Zo zijn er de mensen die het wel prettig vinden dat veel verplichtingen weggevallen zijn: ze hebben meer tijd en rust. Na verloop van meer tijd voelen anderen juist dat ze vereenzamen, omdat ze hun vrienden missen, hun sociale vangnet missen, niet meer uitgedaagd worden.  Languishing, kwijnen, noemt de Amerikaanse psycholoog Adam Grant deze reactie. Weer andere mensen zijn de uitputting nabij, omdat het werk in deze tijd meer van ze vraagt dan ooit. 
Juist al die verschillende ervaringen maken de coronapandemie anders dan de vuurwerkramp in Enschede, het neerhalen van de MH-17, de overstromingen in Zuid-Limburg van de afgelopen zomer en zovele andere rampen. Er is niet één collectief moment en er is niet één collectief verhaal.

En de vraag is en blijft: Is er een moment dat we kunnen afbakenen als het moment dat de coronaramp achter ons ligt. En we als het ware het kunnen terugblikken, afsluiten en verdergaan naar de toekomst?
Daarom dat er nog steeds geen nationale herdenkingsdag is geweest. En of en hoe die er komt is helemaal niet zeker.